Het is weer zover, het is tijd voor het Eurovisie Songfestival 2019. We hebben de statistieken van de vorige edities onderzocht – hiervoor zijn we teruggegaan tot 1956 – om te zien wie er het meeste kans maakt om te winnen en naar wat we moeten kijken in de finale.
Welke zijn de geheimen om succesvol te zijn?
Één van de grote geheimen om succesvol te zijn is jammer genoeg iets waar de kandidaten helemaal niets aan kunnen doen: de volgorde van optreden. Er waren twee keer zoveel winnaars (23 tegen 10) bij de landen die op het einde optraden (bij de laatste vijf) dan bij de landen die als eerste optraden (bij de eerste vijf). Dat wil zeggen dat een sterke prestatie in het begin van de show gemakkelijker vergeten zal worden, want er volgen nog een heleboel acts. Er was over de laatste 10 jaar eigenlijk maar één winnaar die als één van de eerste 10 landen heeft moeten optreden (Zweden is daarin geslaagd in 2015, het trad op als 10de land), terwijl er 7 winnaars waren onder landen die bij de 10 laatste optredens hoorden.
Als je naar een aanwijzing zoekt wanneer de stemmen binnenkomen, dan moet je zeker een paar landen in het oog houden die het vaak eens zijn met alle andere landen samen. Hongarije gaf het best scorend liedje in 87.5% van de finales een score boven het gemiddelde. Litouwen is tweede in dit klassement van de meest vooruitziende landen met 78.9%. Hou dus bij welke liedjes weinig stemmen van deze landen krijgen.
Ondanks het feit dat vrouwelijke artiesten de wedstrijd in het verleden hebben gedomineerd, door maar liefst 38 van de 49 titels te pakken die gewonnen werden door een solo artiest, hebben mannelijke solo acts over de laatste 10 jaar meer punten bijeengesprokkeld: gemiddeld 2.68 tegenover 2.17 voor de vrouwen in de finales. Duitsland is het land die (van alle landen die in 2019 meedoen) het vaakst voor een man koos. Het gaf mannelijke solo artiesten gemiddeld 3.45 punten en vrouwelijke solo artiesten slechts 1.80 punten, ondanks dat beide van hun overwinningen door een vrouwelijke solo artiest werden behaald.
Stemallianties op het Eurovisie Songfestival
Één van de meest controversiële aspecten van het Eurovisie Songfestival is de mate waarin sommige landen voor hun buurlanden stemmen, zonder rekening te houden met de verdiensten van hun liedje. Om de slechtste leerlingen te identificeren hebben we alle cijfers van de vorige edities geanalyseerd. We onderzochten welke landen steeds een score boven het gemiddelde kregen van éénzelfde ander land. Er zijn een flink aantal landenparen die steeds meer punten aan elkaar hebben geschonken dan aan de rest van de deelnemende landen. Moldavië en Roemenië zijn hierin het best: elk van hun 21 stemmen schonken ze aan elkaar. Azerbeidzjan en Oekraïne volgen met onderlinge 19 stemmen.
Er zijn ook een heleboel andere landenparen waar 90% van de gegeven scores boven het gemiddelde waren. Het zijn allemaal landen die ofwel een landgrens met elkaar delen, ofwel een sterke diplomatische relatie hebben. Griekenland heeft wederzijdse overeenkomsten met zowel Cyprus als Albanië, terwijl de Baltische naties Estland, Letland en Litouwen elkaars scores ook op voorspelbare wijze verhogen.
Voor elke stemblok bestaat er echter een rivaliteit: een heel aantal landen lijken genoodzaakt om elkaars acts jaar na jaar slechte punten te schenken. Bosnië en Herzegovina is daarvan een perfect voorbeeld: ondanks het feit dat het land steeds punten boven het gemiddelde schonk aan nabijgelegen landen als Kroatië en Noord-Macedonië, gaf het ook bijzonder weinig punten aan landen als Ijsland, Cyprus en Portugal (samengeteld 89 keer).