Het mag dan al een rustige voetbalzomer lijken, maar de Confederations Cup gunt ons al een blik op de volgende generatie internationale sterren. Wij namen de geschiedenis van het toernooi onder de loep en ontdekten dat de spelers die hier voor het eerst proefden van succes gewoonlijk sterrencarrières tegemoet gingen.
Goede basis
We hebben de basiselftallen van elke Confederations Cup-finale bekeken en elf spelers gevonden die aan de winnende kant stonden terwijl ze jonger dan 23 jaar oud waren. Deze sterren grepen hun kans en maakten zoveel indruk dat hun trainers hen al op jonge leeftijd veel vertrouwen gaven. De meesten van hen bereikten nadien de top. Gemiddeld vergaarden ze tot nog toe het indrukwekkende aantal van 74 caps voor hun respectievelijke landen en allen wonnen ze minstens één clubkampioenschap.
Atletico Madrid-trainer Diego Simeone was de eerste die daarin slaagde. Hij stond voor Argentinië aan de aftrap van de eerste Confederations Cup-finale in 1992 en zou meer dan 100 caps verzamelen – een van de drie spelers in het lijstje die daarin slaagden. Uiteindelijk stopte zijn teller als speler op tien trofeeën voor club en land. De meest memorabele daarvan zijn wellicht die van de Italiaanse dubbel – Serie A en beker – met Lazio.
Simeone zal het minder leuk vinden dat de lijst overheerst wordt door spelers van de grootste rivaal van Argentinië. Het succes van Brazilië in dit toernooi betekent dat zes van de elf namen op de lijst uit het land van de samba komen. Onder hen de legendarische Ronaldo, die slechts twee caps tekortkwam voor de 100, en Neymar, vorige keer benoemd tot speler van het toernooi. De vedette van FC Barcelona heeft nu al 77 caps en een oogverblindende 52 goals achter zijn naam staan, ook al is hij amper 25 jaar.
Een sterrenrol op jonge leeftijd in de Confederations Cup bleek voor deze kanjers een goede voorbereiding voor sterke prestaties in hun volgende toernooi. Bijna allen bereikten ze minstens de kwartfinale en speelden ze daar vier of meer matchen. Uitzondering: de Fransen op deze lijst. Hun carrièrebegin viel samen met een moeilijke periode voor hun nationale ploeg.
Ster in wording?
Welke spelers moeten we tijdens dit toernooi in de gaten houden met het oog op de toekomst? Drie teams steken uit boven de rest en lijken de favorieten om de finale te bereiken: Duitsland, Portugal en Chili. De Zuid-Amerikanen doen waarschijnlijk beroep op een ervaren kern, waarin het met een vergrootglas zoeken is naar jong geweld.
Bij Duitsland vallen er wel wat talentjes te bespeuren. Zowel Joshua Kimmich van Bayern Munchen en Timo Werner braken door in de Bundesliga en zijn zeker van een oproep voor Duitsland. In tegenstelling tot Kimmich, die al 15 keer aantrad voor zijn land, is Werner een groentje op het internationale niveau. Al lijkt het gezien zijn fenomenaal torinstinct een kwestie van tijd vooraleer hij zijn aantal caps (2) aandikt. Hij krijgt quasi zeker de kans om z’n kunstjes op te voeren op dit toernooi.
Ook Portugal telt een talentvol duo in de rangen. Bernardo Silva van Monaco verzamelde al een dozijn caps. Niemand minder dan Pep Guardiola liet zijn oog vallen op de middenvelder en verzekerde Manchester City van zijn handtekening. Naamgenoot Andre Silva van Porto kende eveneens een boerenjaar. Hij scoorde zeven keer in acht matchen voor Portugal, en liet zich met vier goals in de Champions League van dit seizoen niet onbetuigd.