Nu het zomer-transferwindow open staat en de activiteit op de transfermarkt waarschijnlijk nog in intensiteit gaat toenemen, hebben we naar alle aankopen in de vijf grote Europese competities over de afgelopen tien jaar gekeken. Aan de hand van deze data proberen we te voorspellen waar de meeste zaken zullen worden gedaan.
We kijken uit welke delen van de wereld de nieuwe aanwinsten komen, welke landen populair zijn en hoe deze trends veranderen. Daarnaast laten we zien hoe de clubs die het meeste geld uitgaven hun rijkdom hebben verdeeld.
Waar komen de spelers vandaan?
In elk land hebben de clubs hun eigen voorkeur voor de markten waar ze naar spelers zoeken. Italiaanse clubs kopen het liefst van hun binnenlandse rivalen. Tweederde van de spelers die de afgelopen 10 jaar naar een Serie A-club verhuisden, stonden al in Italië onder contract.
De Premier League daarentegen kijkt het vaakst over de grens. Precies de helft van de nieuwe spelers werd uit het buitenland gehaald, al is het aandeel spelers van buiten Europa juist het kleinst – iets meer dan 5%.
Waar gaat het geld van de grootste kopers naartoe?
We hebben in elke divisie gekeken naar de clubs die het meeste geld uitgaven. Toploper was Manchester City, dat het afgelopen decennium meer dan een miljard pond heeft gespendeerd. Ongeveer een derde hiervan werd besteed in Engeland en bijna de helft in een van de andere grote competities.
De Italiaanse kampioen Juventus besteedde het dubbele percentage aan binnenlands talent – 71% – terwijl Real Madrid en PSG het liefst in het buitenland shoppen. De Fransen spendeerden eenzelfde percentage van hun transferbudget in de andere ‘grote vijf’ competities.
Samen met Real winkelde Bayern het meest buiten de topcompetities. Beide clubs gaven ongeveer een vijfde van hun budget uit aan spelers uit minder prestigieuze leagues.
Welke competities worden populairder?
De ontwikkeling van de Turkse league wordt geïllustreerd door hoeveel meer spelers de laatste vijf seizoenen naar clubs in de vijf Europese topcompetities vertrokken. Een toename met 25 vergeleken met de vijf jaar daarvoor.
België staat hier niet ver achter, het weerspiegelt de groeiende status van het nationale sterrenteam. Maar de grootste talentfabriek is Portugal, dat bijna evenveel spelers leverde als België en Turkije samen.
Welke competities worden minder populair?
Verrassend is de aanzienlijke afname van het aantal spelers uit Zuid-Amerika. De drie grootste dalers zijn Argentinië, Brazilië en Uruguay. Of dit alleen het effect is van het hogere niveau in de competities dichter bij huis – zoals hierboven genoemd – of dat het te maken heeft met het relatieve gemak om spelers uit hetzelfde continent te scouten en te integreren, is onduidelijk. Maar het is zorgwekkend voor de Zuid-Amerikaanse clubs, die hun bedrijfsvoering baseren op de regelmatige export van hun grootste talenten.
Welke clubs hebben de meeste spelers uit een bepaald land binnengehaald?
Tenslotte wilden we zien of er clubs waren die een voorkeur hebben voor spelers uit een bepaalde competitie. Met een voorliefde voor spelers uit respectievelijk Frankrijk en Spanje, staan Newcastle en Manchester City in de top vijf.
De clubs die eigendom zijn van de familie Pozzo overtreffen beide. Udinese heeft 21 spelers uit La Liga gecontracteerd – ongeveer de helft afkomstig van stalgenoot Granada – terwijl Watford op zijn beurt 20 spelers uit de Serie A heeft gekocht.
De top vijf wordt gecompleteerd door Atletico Madrid, dat veel van zijn recente succes te danken heeft aan enkele gewiekste Portugese transfers. In 2008 contracteerden ze een jonge Diego Costa van Braga en daarna haalden ze nog sterren als Falcao en Jan Oblak binnen.